in je handen
De kruistochtdag, de vijfde van de maand,
viel toevallig op de eerste vrijdag van de maand.
Dit was mijn dag om de wacht te houden voor de Heer Jezus.
Het was mijn plicht om alle overtredingen en daden van gebrek aan respect bij de Heer goed te maken
en te bidden dat er op deze dag geen heiligschennis zou worden gepleegd.
Deze dag
werd mijn geest in vuur en vlam gezet door een bijzondere liefde voor de Eucharistie.
Het leek mij alsof ik in een laaiend vuur was veranderd.
Toen ik op het punt stond de Heilige Communie te ontvangen,
viel er een tweede hostie op de mouw van de priester,
en ik wist niet welke hostie ik zou ontvangen.
Nadat ik even had geaarzeld,
maakte de priester een ongeduldig gebaar met zijn hand
om mij te vertellen dat ik de Hostie moest ontvangen!
Toen ik de Hostie aannam die hij mij gaf,
viel de andere in mijn handen.
De priester liep langs de communiebank om de Communie uit te delen,
en ik hield de Heer Jezus al die tijd in mijn handen.
Toen de priester mij opnieuw benaderde,
hief ik de hostie op zodat hij hem terug in de kelk kon doen,
omdat ik, toen ik Jezus voor het eerst had ontvangen, niet kon spreken
voordat ik de hostie consumeerde, en hem dus niet kon vertellen
dat de ander was gevallen.
Maar terwijl ik de hostie in mijn hand hield,
voelde ik zo'n kracht van liefde
dat ik de rest van de dag niet kon eten,
noch tot bezinning kon komen.
Ik hoorde deze woorden van de hostie:
'Ik wilde in jouw handen rusten,
niet alleen in je hart.'
En op dat moment zag ik de kleine Jezus.
Maar toen de priester dichterbij kwam,
zag ik opnieuw alleen de hostie.
[db160]
Reacties
Een reactie posten