oirsbeek-wonder 4
En baden wij dan, net als zij bij het zien van al dat leed met evenveel eenvoud en evenveel diepgang bijv. Psalm 139 ? z í e n wij daarvan het wonder ? Heer, Gij doorgrondt en Gij kent mij Gij weet van mijn zitten, mijn opstaan Gij verstaat mijn gedachten van verre mijn op-weg-zijn keurt Ge, mijn rusten al mijn wegen zijn U vertrouwd. Want er komt geen woord op mijn tong of zie, Heer, Gij kent het volkomen. Achter mij zijt Gij, voor mij, rondom mij: Gij hebt Uw Hand op mij gelegd. Dit te vatten - het is mij te wonderbaar te verheven, ik reik er niet toe. Waar zou ik Uw Geest ontkomen? Waar zou ik Uw aanschijn ontgaan? Klom ik op tot de hemel - Gij waart er. Lag ik neer bij de doden - daar staat Gij. Sloeg ik dageraadsvleugelen uit streek ik neer aan de uiterste zeekust ook daar zou Uw Hand mij geleiden hield mij Uw rechterhand vast. Sprak ik: 'Mij mag het duister omsluiten het licht worde nacht om mij heen' voor U heerst in het duister geen duister: lichtend is de nacht als de...