beloften 9

NIET LANGER BANG VOOR DE DEMON !

O F F E N S I E F  TEN STRIJDE MET

GEBED OM VERGEVING !

ZEKER VAN GLORIE !

Om mij verder aan te moedigen tot deze strijd tegen Gods vijanden,

van wie ik door een speciaal Licht begrijp dat ze inderdaad geducht zijn,

zei onze Heer tegen mij:

"Als een soldaat weet

dat de reden voor de oorlog waartoe hij geroepen is te vechten,

een verwonding is die zijn heerser is aangedaan,

dan brandt hij van verontwaardiging om deze belediging te wreken,

en bewapent zich daarom onbevreesd voor de confrontatie."

"Denk nu eens, Mijn dochter, aan de wandaden

die Mij door dit genootschap van Communisten zijn aangedaan.

Zij zijn degenen die Mij uit Mijn Tabernakels hebben gesleept

en Mijn Heiligdommen hebben ontheiligd.

Deze communisten hebben het ook aangedurfd 

hun handen op de priesters van de Heer te leggen,

maar al hun plannen zijn tevergeefs, 

want ze zullen niet slagen!"

"Hebben zij niet de misdaad van Judas begaan?

Ze hebben mij voor geld verkocht!"

"Deze informatie mag niet vruchteloos in jou blijven. 

Want Ik geef je deze feiten om je met nieuw enthousiasme te ontsteken

om de strijd voort te zetten."

"Handel in een geest van eenvoud

want als je je overgeeft aan te veel menselijk redeneren

zul je geen geschikt instrument in mijn handen zijn."

"Denk liever aan de Glorie

die Mij door het hele Hemelse Hof zal worden aangeboden

omdat ik zulke geduchte vijanden heb overwonnen

met zo'n nietig, klein instrument!"

Ik bén de arena binnengegaan

om te strijden met de vijanden van God. 

En aangezien ik in deze oorlog verwikkeld ben onder de vlag van gehoorzaamheid, 

heeft mijn ziel vrede, als ik het zo mag uitdrukken.

Als ik onder déze Vlag vecht

voel ik me veilig en ben ik niet langer bang voor de demon.

Onze Heer heeft mij de genade gegeven om een offensieve oorlog te lanceren.

Ik begin

met het plaatsen van mijn ziel

in de handen van onze Heer

waarna ik Hem smeek

mijn ziel te gebruiken

zoals Hij een boog zou gebruiken

waarbij ik Hem aanspoor om die zo te buigen

dat de pijlen rechtstreeks zouden vliegen

naar Zijn vijanden.

Nadat ik dit heb gedaan

betreed ik het slagveld

versterkt met het Kruis en de andere instrumenten

van de Martelingen van onze Heer als mijn oorlogswapens.

Waarbij ik hun on-eindige overwinningskracht

tegen de militaire verschansingen van de vijand opkrik

op de manier die Hij mij heeft geleerd.

Dan zeg ik:

"Moge God verrijzen en Zijn vijanden verstrooien 

en ieder die Hem haat doen vluchten voor Zijn aangezicht!"

"Moge de drievoudige Heilige Naam van God

al hun plannen omverwerpen!"

"Moge de Heilige Naam van de Levende God

hen d.m.v. meningsverschillen verdelen!"

"Moge de schrik aanjagende Naam

van de God van de Eeuwigheid

al hun goddeloosheid uitroeien!"

Terwijl ik andere gelijksoortige schietgebeden herhaal,

ga ik door met het richten van deze munitie

op Gods vijanden.

En nadat ik ze heb verslagen, voeg ik eraan toe:

"Heer, ik verlang niet naar de dood van de zondaar,

maar wil dat hij zich bekeert en leeft."

"Vader, vergeef het hen

want ze weten niet wat ze doen."

[bron]