uit de tijd




21 december 1936

's Middags staat de radio altijd aan... 

dan voel ik het verlies van de stilte. 

De hele ochtend is er onophoudelijk gepraat en lawaai. 


Mijn God, ik keek ernaar uit om in stilte te zijn. 

Blij dat ik alleen met de Heer kon praten... 

en hier is het precies het tegenovergestelde. 


Toch stoort niets mij nu. 

Noch het praten, noch de radio. 

In één woord: niets. 


Door de Genade van God, weet ik, als ik bid, niet eens waar ik ben. 

Ik weet alleen dat mijn ziel verenigd is met de Heer. 

En zo breng ik mijn dagen door in dit ziekenhuis.



Ik verwonder mij over de vele vernederingen 

en het lijden dat de priester [Sopoćko] in deze hele zaak aanvaardt. 

Ik zie dit op bepaalde momenten, en ik steun hem met mijn onwaardige gebeden. 


Alleen God kan iemand zo'n moed schenken, anders zou men het opgeven. 

Maar ik zie met vreugde dat al deze tegenslagen bijdragen aan Gods grotere glorie. 

De Heer heeft weinig van zulke zielen. 



O Oneindige Eeuwigheid

Gij zult de inspanningen van heldhaftige zielen openbaar maken.

Want de aarde beloont hun inspanningen met haat en ondankbaarheid.


Zulke zielen hebben geen vrienden, ze zijn eenzaam.

En in deze eenzaamheid winnen ze aan kracht.


Zij putten hun kracht alleen uit God.

Met nederigheid, maar ook met moed...

staan ze standvastig tegenover alle stormen

die op hen afkomen. 

Net als hoge eiken,

zijn ze onbewogen.


En hierin schuilt slechts één geheim:

dat zij deze kracht uit God putten.


En dat zij alles wat zij nodig hebben... 

voor zichzelf hebben en voor anderen. 


Zij dragen niet alleen hun eigen last... 

maar weten ook hoe ze de lasten van anderen

op zich moeten nemen en zijn daartoe in staat. 


Zij zijn pilaren van licht langs Gods wegen. 

Zij leven zelf in het licht en werpen licht op anderen. 

Zij leven zelf op de hoogten en weten hoe ze

de minderen de weg moeten wijzen

en hen te helpen die hoogten te bereiken.



[837-839]

Reacties

Populaire posts van deze blog

macron maçon 1

gorzkie żale 5