uit-boeten 12
Thiéry koopt de vervallen Sint-Geertruiabdij,
in het centrum van Leuven, en slaat aan het restaureren.
Na de 'Groote Oorlog' (WOI)
trekt hij tientallen keren met een kruiwagen de stad in
op zoek naar bruikbare materialen tussen het puin.
Met deze gerecycleerde materialen bouwt hij een deel van zijn abdij:
zonder grondvesten, zonder architect, zonder bouwvergunning.
Het wordt een wonderlijke geheel in eclectische stijl.
Aan bouwreglementen stoort hij zich helemaal niet.
Zo maakt hij in zijn eigen huis, tegen de kerk aangebouwd, een venster
zodat hij de liturgie in de kerk kan volgen zonder zijn huis te hoeven verlaten.
Daar komen natuurlijk gerechtelijke processen van, maar dat kan hem niet deren.
Hij verdedigt zichzelf, want hij is immers nog steeds ook... advocaat.
Op het einde van zijn leven
trekt hij zich terug in een klein huisje in het Groot Begijnhof
en doolt vaak door de straten van Leuven.
Volgens sommigen was hij een mysticus geworden.
Volgens anderen helemaal gek.
[bron]
Reacties
Een reactie posten