rychwałd-kapel 4
Het kapelproject combineert twee tradities
van het bouwen van christelijke religieuze gebouwen:
het concept van een Pad – zich in fasen verplaatsen van de profane wereld naar de heilige plek;
en het concept van een Plaats – uitgedrukt in de centrale opstelling van samenkomen voor gebed.
Door de functie van het gebouw (het laatste afscheid) weerspiegelt het ontwerpconcept de zogenaamde de Paasweg, belangrijke herinnering voor christenen, nl. de laatste momenten van het leven van Christus – van passie, via dood, naar opstanding. Dit kwam onder meer tot uiting in de architectuur door symbolen, geometrie, licht, schaduw, materiaalkeuze, iconen en sculpturen.
1. PASSIE
Tijdens de eerste fase
– d.w.z. het overschrijden van de grens van de gewijde grond (kerkhof) en gaande richting de hoofdingang van de kapel – ervaart de persoon geleidelijke rust en concentratie.
Dankzij stenen muren met groen dat uit de grond oprijst (waaronder begeleidende kamers schuilgaan) raakt de mens steeds meer geïsoleerd van de buitenwereld – de profane realiteit.
Nadat hij de drempel van de kapel is overgestoken, bevindt hij zich in een vestibule vol duisternis. De muren en het plafond van gewapend beton zijn zwart, wat de indruk van uitgestrektheid, oneindigheid en ‘immaterialiteit’ moet benadrukken van de plek waar alle contouren verdwijnen.
De ernst van deze plek wordt uitgedrukt door het stadium van de genoemde passie: eenzaamheid, lijden en het gebed van Jezus in de Hof van Olijven. Boven hun hoofden zie je een icoon met de afbeelding van een engel, waardoor het enige natuurlijke licht in deze ruimte doordringt (Lukas 22:43).
[bron]
Reacties
Een reactie posten